Uitspraak
26 september 2023, 22/6364
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
A. Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 5 april 2024.
Centrale Raad van Beroep
Op 5 april 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/3009 AOW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep dat door appellante is ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 september 2023. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, zowel in een brief van 31 oktober 2023 als in een aangetekende brief van 1 december 2023. In deze brieven is duidelijk gemaakt dat het niet tijdig betalen van het griffierecht kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat er op basis van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geconcludeerd dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk zal worden behandeld. De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken op 5 april 2024. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet te doen.