ECLI:NL:CRVB:2024:543
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling aanvraag om bijstand wegens onvoldoende informatie over erfenis
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de buiten behandelingstelling van een aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet (PW). Appellant had zich op 7 september 2020 gemeld voor bijstand, maar heeft niet alle gevraagde gegevens ingeleverd, waaronder informatie over een erfenis die hij in juni 2017 had ontvangen. Het college van burgemeester en wethouders van [X] heeft de aanvraag buiten behandeling gesteld omdat appellant onvoldoende informatie had verstrekt om zijn recht op bijstand te kunnen beoordelen. Appellant heeft aangevoerd dat hij alle informatie had verstrekt waar hij redelijkerwijs over kon beschikken, maar de Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de stukken over de erfenis noodzakelijk waren voor de beoordeling van de financiële situatie van appellant. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet alle gevraagde gegevens binnen de gestelde termijn heeft ingeleverd en dat het college bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen. Het hoger beroep van appellant is daarom afgewezen en de beslissing van de rechtbank is bevestigd. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en griffierecht.