ECLI:NL:CRVB:2024:398
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beëindiging Ziektewetuitkering en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 februari 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beëindiging van zijn Ziektewetuitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De uitkering van appellant was per 20 juli 2021 beëindigd, waarop appellant bezwaar heeft gemaakt. Het Uwv handhaafde echter zijn besluit, waarna appellant beroep instelde bij de rechtbank Overijssel. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Namens appellant heeft mr. K. Aslan hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 14 september 2023 is de zaak behandeld, waarbij het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. I. Smit. Na de zitting heeft het Uwv op 30 oktober 2023 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waardoor appellant zijn hoger beroep heeft ingetrokken en verzocht om proceskostenvergoeding.
De Raad heeft overwogen dat, nu het Uwv volledig aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen, het Uwv op verzoek van appellant in de proceskosten moet worden veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 3.500,-, bestaande uit vergoedingen voor zowel het beroep als het hoger beroep. Daarnaast moet het Uwv het door appellant betaalde griffierecht van in totaal € 185,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan door S. Slijkhuis, met E.X.R. Yi als griffier.