ECLI:NL:CRVB:2024:384
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 29 februari 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/775 AOW. Het hoger beroep van de appellant, die in Duitsland woont, is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellant was eerder op 9 maart 2023 en opnieuw op 9 april 2023 schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht van € 136,- en de termijn waarbinnen dit bedrag betaald diende te worden. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor de Centrale Raad van Beroep geen inhoudelijke behandeling van het hoger beroep kon plaatsvinden. De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in aanwezigheid van griffier M.S. Autar, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.