ECLI:NL:CRVB:2024:375
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de AOW-toeslag wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd door de echtgenote
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 februari 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in Turkije woont. Appellant ontving een toeslag op zijn ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Deze toeslag werd beëindigd omdat zijn echtgenote de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. Appellant was het niet eens met deze beslissing en stelde dat hij door het wegvallen van de toeslag in financiële problemen kwam. Hij voerde aan dat hij niet naar Turkije zou zijn teruggekeerd als hij had geweten dat de toeslag zou eindigen. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op een zitting waar partijen niet verschenen. De Raad oordeelde dat de beëindiging van de toeslag terecht was, omdat de wet bepaalt dat de toeslag vervalt zodra de echtgenote de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Appellant kreeg geen proceskostenvergoeding.