ECLI:NL:CRVB:2024:375

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
22/3991 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de AOW-toeslag wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd door de echtgenote

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 februari 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in Turkije woont. Appellant ontving een toeslag op zijn ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Deze toeslag werd beëindigd omdat zijn echtgenote de pensioengerechtigde leeftijd had bereikt. Appellant was het niet eens met deze beslissing en stelde dat hij door het wegvallen van de toeslag in financiële problemen kwam. Hij voerde aan dat hij niet naar Turkije zou zijn teruggekeerd als hij had geweten dat de toeslag zou eindigen. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op een zitting waar partijen niet verschenen. De Raad oordeelde dat de beëindiging van de toeslag terecht was, omdat de wet bepaalt dat de toeslag vervalt zodra de echtgenote de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Appellant kreeg geen proceskostenvergoeding.

Uitspraak

22/3991 AOW
Datum uitspraak: 23 februari 2024
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 21 november 2022, 22/2887 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te Turkije (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
SAMENVATTING
De toeslag op grond van de AOW die appellant ontving, is beëindigd. Dat is terecht omdat de echtgenote van appellant zelf de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld. De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 1 december 2023. Partijen zijn niet verschenen.

OVERWEGINGEN

Inleiding

1.1.
Appellant, geboren op [geboortedatum] 1946 in Turkije, heeft enkele jaren in Nederland gewoond en gewerkt. Vervolgens is hij met behoud van een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar Turkije teruggekeerd. Nadien, in 1991, is hij in Turkije gehuwd. Aan appellant is aansluitend aan de arbeidsongeschiktheidsuitkering met ingang van november 2011 een ouderdomspensioen op grond van de AOW [1] toegekend. Daarbij is ook een toeslag op het ouderdomspensioen toegekend, omdat zijn echtgenote, geboren op [datum 1] 1955, toen de in aanmerking te nemen pensioengerechtigde leeftijd nog niet had bereikt.
1.2.
Bij besluit van 8 november 2021 heeft de Svb aan appellant meegedeeld dat hij vanaf [datum 2] 2021 geen toeslag op zijn ouderdomspensioen meer krijgt, omdat zijn echtgenote op [datum 2] 2021 de in aanmerking te nemen pensioengerechtigde leeftijd van 66 jaar bereikt. Het door appellant tegen deze beslissing gemaakte bezwaar is bij besluit van 7 maart 2022 (bestreden besluit) door de Svb ongegrond verklaard.
Uitspraak van de rechtbank
2. De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten.
Het standpunt van appellant
Appellant is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Daarbij heeft appellant aangevoerd dat hij, door het gemis van de toeslag, een gering inkomen heeft en daardoor moeite heeft om in de primaire levensbehoeften te voorzien. Ook heeft hij gesteld dat hij niet naar Turkije zou zijn teruggekeerd, als hij had geweten dat de toeslag zou eindigen.

Het oordeel van de Raad

4. De Raad beoordeelt of de rechtbank terecht het bestreden besluit over de intrekking van de toeslag in stand heeft gelaten aan de hand van wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, de beroepsgronden. De Raad komt tot het oordeel dat het hoger beroep niet slaagt. De wettelijke regels die voor de beoordeling van het hoger beroep belangrijk zijn, zijn te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
4.1.
De Raad volgt het oordeel van de rechtbank en verwijst daarvoor naar de overwegingen van de rechtbank. Op grond van artikel 8, eerste lid, van de AOW heeft appellant vanaf [datum 2] 2021 geen recht meer op een toeslag op zijn ouderdomspensioen. De aangevallen uitspraak moet dus worden bevestigd. Deze bepaling is dwingendrechtelijk van aard. Wat appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, kan niet tot een ander oordeel leiden. Gesteld noch gebleken is dat aan appellant is meegedeeld dat hij de toeslag op grond van de AOW zou blijven ontvangen ook na de pensioengerechtigde leeftijd van zijn echtgenote.

Conclusie en gevolgen

4.2.
Het hoger beroep slaagt dus niet. De aangevallen uitspraak wordt bevestigd. Dit betekent dat de intrekking van de toeslag op het ouderdomspensioen per [datum 2] 2021 in stand blijft.
5. Omdat het hoger beroep niet slaagt krijgt appellant geen vergoeding voor zijn proceskosten en het betaalde griffierecht.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van N. van der Horn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 februari 2024.
(getekend) E.E.V. Lenos
(getekend) N. van der Horn

KARAR

Temyiz Mahkemesi gereğini düşündükten sonra temyiz edilen kararı onaylar.
Işbu karar, kâtibin N. van der Horn huzurunda, başkan mr E.E.V. Lenos ve hakim tarafından verilip 23-02-2024 tarihinde açıkça okunmuştur.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wettelijke regels

Algemene Ouderdomswet
Artikel 8
1. De pensioengerechtigde die voor 1 januari 2015 is gehuwd en voor die datum recht heeft op ouderdomspensioen en van wie de echtgenoot jonger is dan de pensioengerechtigde leeftijd, heeft overeenkomstig de bepalingen van deze wet recht op een toeslag, tenzij, met inachtneming van artikel 11 het inkomen uit arbeid of overig inkomen van die echtgenoot meer bedraagt dan de volledige bruto-toeslag.
(..)

Voetnoten

1.Algemene Ouderdomswet.