ECLI:NL:CRVB:2024:373
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 23 februari 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/3043 ANW. De zaak betreft een hoger beroep van appellante, die in beroep was gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 15 september 2023. De rechtbank had in die uitspraak bepaald dat appellante griffierecht verschuldigd was, maar dit griffierecht is niet binnen de gestelde termijn betaald. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 136,- tijdig te betalen. Ondanks deze waarschuwingen heeft appellante nagelaten het griffierecht binnen de gestelde termijn te voldoen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat op basis van de beschikbare gegevens niet kan worden vastgesteld dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen. Tegen deze uitspraak staat een mogelijkheid tot verzet open voor belanghebbenden binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.