ECLI:NL:CRVB:2024:371
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zij werd gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 februari 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 23/3157 ANW. De appellante, woonachtig in Marokko, heeft het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn betaald. De Raad heeft vastgesteld dat appellante op 18 november 2023 en opnieuw op 19 december 2023 is gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet betaald, waardoor het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en appellante kan binnen zes weken na verzending van het afschrift verzet aantekenen tegen deze beslissing.