ECLI:NL:CRVB:2024:32
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor tandartskosten op basis van Zorgverzekeringswet
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor tandartskosten. Appellant heeft in beginsel geen recht op deze bijstand, omdat het college van burgemeester en wethouders van Hoeksche Waard heeft geoordeeld dat de Zorgverzekeringswet (Zvw) een voorliggende, toereikende en passende voorziening is. Er zijn geen zeer dringende redenen aangetoond die rechtvaardigen dat er toch bijstand verleend moet worden. Appellant heeft niet kunnen onderbouwen dat het niet verlenen van bijstand tot ernstige gevolgen voor zijn gezondheid leidt.
De aanvraag om bijzondere bijstand werd ingediend op 14 oktober 2021, waarbij appellant een behandelplan en begroting van zijn tandarts overlegde. Het college heeft de aanvraag afgewezen op 1 november 2021, en na bezwaar bleef het college bij deze afwijzing. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna appellant hoger beroep heeft ingesteld.
Tijdens de zitting op 14 november 2023 is de zaak behandeld. Appellant heeft zijn standpunt toegelicht, maar de Raad heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht het besluit van het college in stand heeft gelaten. De Raad concludeert dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat er zeer dringende redenen zijn voor het verlenen van bijzondere bijstand, en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.