ECLI:NL:CRVB:2024:257
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen terugvorderingsbesluit en termijnoverschrijding
In deze zaak gaat het om de vraag of het bezwaar van appellante tegen het terugvorderingsbesluit terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 16 februari 2023. De appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, waarin haar bijstand werd beëindigd en teruggevorderd. Het college verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. Appellante stelde dat zij slecht was geïnformeerd door het college en dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. De Raad oordeelde echter dat de rechtsmiddelverwijzing in het besluit duidelijk was en dat appellante niet aannemelijk had gemaakt dat zij niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van appellante ongegrond. Hierdoor blijft de besluitvorming van het college in stand en krijgt appellante geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.