ECLI:NL:CRVB:2024:2442
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens onduidelijke financiële situatie en bewijsnood
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand door de rechtbank Amsterdam. Appellante, die sinds 7 april 2010 bijstand ontving op basis van de Participatiewet, had haar aanvraag ingediend na een intrekking van haar bijstand vanwege een schending van de inlichtingenverplichting. De sociale recherche had een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand na een aangifte van verduistering van € 236.000,-. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de aanvraag afgewezen omdat appellante geen concrete en verifieerbare gegevens heeft verstrekt over de besteding van de door haar opgenomen geldbedragen met de bankpas van een derde partij, X. De Raad oordeelt dat appellante niet heeft voldaan aan de op haar rustende bewijslast van de bijstandbehoevendheid. Appellante stelde dat er sprake was van bewijsnood, maar de Raad oordeelt dat haar argumenten niet voldoende zijn om aan te tonen dat zij in bewijsnood verkeert. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt vast dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.