Uitspraak
11 december 2023, 23/4234
Centrale Raad van Beroep
Op 26 november 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/3445 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellant, vertegenwoordigd door mr. R. Moghni, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 11 december 2023, maar heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht van € 136,- tijdig te voldoen. De gemachtigde van appellant is meerdere keren gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar ondanks deze waarschuwingen is de betaling niet tijdig verricht. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.