ECLI:NL:CRVB:2024:2190
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in zorgvoorziening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning die aan appellante was verstrekt door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen. De maatwerkvoorziening was voor de periode van 4 januari 2021 tot en met 31 december 2023 en omvatte 205 minuten huishoudelijke ondersteuning per week in de vorm van zorg in natura. Appellante was het niet eens met de omvang van de verstrekte ondersteuning en had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college, dat na bezwaar was gehandhaafd.
De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep moest beoordelen of appellante procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak. De Raad overwoog dat procesbelang aanwezig is als het resultaat van het hoger beroep feitelijk betekenis kan hebben voor de indiener. In dit geval ging het echter om een periode die al was verstreken, en het verstrekken van meer ondersteuning met terugwerkende kracht was niet mogelijk. Bovendien had appellante geen bezwaar gemaakt tegen een later besluit dat haar voor een opvolgende periode ondersteuning had verleend.
De Raad concludeerde dat appellante geen procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van haar hoger beroep, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Appellante kreeg geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht werd niet teruggegeven. Deze uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op verstreken perioden.