ECLI:NL:CRVB:2024:2014
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Gehandicaptenparkeerkaart op basis van medische adviezen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Gehandicaptenparkeerkaart (GPK) door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De aanvraag was oorspronkelijk afgewezen op 19 augustus 2021, omdat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een GPK. Het college baseerde deze afwijzing op medische adviezen van de GGD-arts, die concludeerde dat appellante niet continu afhankelijk was van hulp bij het vervoer van deur tot deur.
De rechtbank Amsterdam had eerder, op 10 maart 2023, het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Appellante voerde aan dat haar medische situatie, waaronder diabetes en hartproblematiek, onvoldoende was meegewogen in de beslissing. Ze stelde dat deze aandoeningen haar in staat stelden om niet alleen te zijn en dat ze niet kon wachten op de bestuurder om de auto te parkeren.
De Raad oordeelde echter dat het college op goede gronden had gehandeld en dat de medische adviezen van de GGD zorgvuldig waren. De Raad bevestigde dat appellante niet continu begeleidingsafhankelijk was en dat er geen medische stukken waren overgelegd die dit tegenspraken. De Raad benadrukte dat eventuele veranderingen in de gezondheid van appellante na de beoordelingsperiode in aanmerking kunnen worden genomen bij een nieuwe aanvraag. Uiteindelijk werd het hoger beroep afgewezen en bleef de uitspraak van de rechtbank in stand, zonder vergoeding van proceskosten voor appellante.