ECLI:NL:CRVB:2024:1901
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening wegens gebrek aan spoedeisend belang
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 8 oktober 2024, wordt het verzoek van verzoekster om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van inrichting en stoffering van haar antikraakwoning, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had deze aanvraag afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van de gevraagde voorziening. Verzoekster stelde dat haar wasmachine defect was en dat zij zonder deze niet kon voorzien in haar noodzakelijke bestaansbehoeften, maar de voorzieningenrechter concludeert dat de enkele omstandigheid dat verzoekster geen eigen wasmachine heeft, niet voldoende is om een spoedeisend belang aan te nemen. Bovendien heeft verzoekster niet aangetoond dat zij niet in staat is om gebruik te maken van alternatieve mogelijkheden om haar was te doen, zoals bij een wasserette of bij vrienden en familie. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen noodzaak is voor de gevraagde voorziening. Verzoekster krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten.