Uitspraak
2 mei 2023, 22/2103
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 23/2380 TONK. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigde, hebben herhaaldelijk herinneringen ontvangen over de verschuldigdheid van het griffierecht, maar hebben nagelaten om tijdig te betalen. De Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die bepalen dat het griffierecht moet worden betaald om het beroep in behandeling te nemen. Ondanks een beroep op betalingsonmacht door de gemachtigde van appellanten, heeft de Raad dit beroep afgewezen omdat de benodigde formulieren niet tijdig waren ingediend. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat appellanten niet in verzuim zijn geweest, en heeft daarom het hoger beroep zonder verder onderzoek niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken.