Uitspraak
22 januari 2024, 23/1357
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg, die op 22 januari 2024 is gedaan in de zaak met nummer 23/1357. De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 september 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep met nummer 24/1074 WMO15. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht van € 138,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellant is in mei 2024 op de hoogte gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht en is verzocht dit bedrag uiterlijk 28 dagen na de verzending van de brief te betalen. Ondanks een tweede herinnering in juni 2024, is het griffierecht niet tijdig voldaan. De Raad oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken op 17 september 2024. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.