Uitspraak
13 juli 2023, 22/244 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
A.Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2024.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 13 juli 2023. Het hoger beroep is ingesteld door de gemachtigde van appellante, maar het beroepschrift is niet tijdig ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint te lopen vanaf de dag na de bekendmaking van de aangevallen uitspraak. In dit geval is het beroepschrift op 8 maart 2024 ontvangen, terwijl de uitspraak op 13 juli 2023 is bekendgemaakt. Dit betekent dat het beroepschrift te laat is ingediend.
De gemachtigde van appellante heeft aangevoerd dat hij op 18 augustus 2023 al hoger beroep heeft ingesteld, maar hij kon geen bewijs overleggen van deze indiening. De Raad heeft onderzocht of er op die datum een storing was in de digitale systemen, maar dit bleek niet het geval te zijn. Ook een zoektocht naar een eventueel ingediend document op het BSN-nummer van de gemachtigde leverde niets op. De Raad concludeert dat er geen grond is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest, en verklaart het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, met A. Giesen als griffier. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak verzet aantekenen.