ECLI:NL:CRVB:2024:1633
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van ANW-uitkering op basis van verzekeringsstatus van de echtgenoot
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de weigering van een ANW-uitkering aan appellante bevestigd. De echtgenoot van appellante was op de datum van zijn overlijden niet verzekerd voor de ANW, noch voor de Marokkaanse wetgeving. Appellante, die in Marokko woont, had een uitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot, die van 1966 tot 1968 in Nederland had gewoond en daarna naar Marokko was teruggekeerd. De Sociale verzekeringsbank (Svb) had de aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot op de dag van overlijden niet verzekerd was. De rechtbank Amsterdam had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, wat door de Raad werd bevestigd. De Raad oordeelde dat de Svb niet verplicht was om appellante te informeren over de mogelijkheid van vrijwillige verzekering, aangezien haar echtgenoot in 1968 naar Marokko was teruggekeerd en niet bekend was bij de Svb. De Raad concludeert dat de aanvraag om ANW-uitkering terecht is afgewezen, omdat niet aan de voorwaarden voor verzekering is voldaan. Appellante krijgt geen vergoeding voor proceskosten en griffierecht, en de uitspraak kan binnen zes weken in cassatie worden aangevochten.