ECLI:NL:CRVB:2024:1531

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
30 juli 2024
Publicatiedatum
30 juli 2024
Zaaknummer
23/619 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Noord-Holland

Op 30 juli 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/619 PW. De Raad verklaarde zich onbevoegd om kennis te nemen van het hoger beroep dat was ingesteld door de appellant, die in Syrië verblijft, tegen een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant tegen een beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Schagen niet-ontvankelijk verklaard. De appellant had zowel een verzetschrift als een hogerberoepschrift ingediend, maar het hogerberoepschrift werd niet doorgestuurd naar de rechtbank omdat het niet als verzetschrift kon worden behandeld. De rechtbank had het verzet op 4 augustus 2023 ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat op grond van artikel 8:104, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen hoger beroep mogelijk is tegen een uitspraak van de rechtbank na toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb. Er waren geen feiten of omstandigheden aangevoerd die een doorbreking van het wettelijk appelverbod zouden rechtvaardigen. Daarom kon de Raad niet verder in de zaak treden en werd het hoger beroep van de appellant en het incidenteel hoger beroep van het college niet-ontvankelijk verklaard. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd gedaan door rechter C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 30 juli 2024
23/619 PW en 24/372 PW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van
10 januari 2023, 22/3450 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te Syrië (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Schagen (college)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. G.A.R. Wieleman, advocaat, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak. Op 2 november 2023 heeft mr. Wieleman zich onttrokken als advocaat van appellant.
Het college heeft een verweerschrift ingediend en incidenteel hoger beroep ingesteld.

OVERWEGINGEN

Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellant tegen een beslissing van het college niet-ontvankelijk verklaard. De aangevallen uitspraak is een uitspraak als bedoeld in artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Appellant heeft zowel een verzetschrift bij de rechtbank, als een hogerberoepschrift bij de Raad ingediend. Het hogerberoepschrift is om die reden niet als verzetschrift doorgestuurd naar de rechtbank. De rechtbank heeft het verzet op 4 augustus 2023 ongegrond verklaard.
In artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder a, van de Awb, is bepaald dat tegen een uitspraak van de rechtbank na toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb, geen hoger beroep kan worden ingesteld.
Verder is niet gesteld, noch gebleken dat sprake is van feiten en omstandigheden die een doorbreking van het wettelijk appelverbod zouden kunnen rechtvaardigen.
De Raad is dan ook kennelijk onbevoegd om van het door appellant ingestelde hoger beroep en het door het college ingestelde incidenteel hoger beroep kennis te nemen, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd.
Deze uitspraak is gedaan door C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 30 juli 2024.
(getekend) C.E.M. Marsé
(getekend) A. Giesen
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.