Uitspraak
24 november 2023, 22/5509
Centrale Raad van Beroep
Op 25 juni 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/3253 PW. Het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 24 november 2023, met nummer 22/5509, is niet-ontvankelijk verklaard. De reden hiervoor is dat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellant is in december 2023 en januari 2024 meerdere keren gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft dit niet tijdig gedaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor kan het hoger beroep niet inhoudelijk worden behandeld. De uitspraak is gedaan door C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.