ECLI:NL:CRVB:2024:1222

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 juni 2024
Publicatiedatum
25 juni 2024
Zaaknummer
23/2542 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belanghebbendheid

Op 11 juni 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/2542 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de appellant, die zich had aangemeld via Legal Advice Wanted, niet als belanghebbende kon worden aangemerkt. De Raad oordeelde dat er geen bewijs was dat de appellant daadwerkelijk partij was in het geschil, noch dat hij een zelfstandig belang had in de zaak. De appellant had in zijn hogerberoepschrift niet duidelijk gemaakt of hij eerder bezwaar had gemaakt tegen een besluit, wat essentieel is om als belanghebbende te worden beschouwd. De gemachtigde van de appellant had in een brief aangegeven dat de appellant deel uitmaakte van een groep studenten die beroep had aangetekend, maar de Raad volgde deze redenering niet. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waartegen het hoger beroep was ingesteld, bleef dus in stand. De Raad concludeerde dat de appellant geen objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang had en daarom niet kon opkomen voor zijn rechten in deze procedure. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

Datum uitspraak: 11 juni 2024
23/2542 PW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
18 juli 2023, 22/5830, 23/801, 23/941, 23/2280, 23/2311, 23/2647, 23/2890, 23/2910, 23/3002 en 23/3003 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam (college)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. C. Faas hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.

OVERWEGINGEN

In artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is bepaald dat onder belanghebbende wordt verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In gevolge artikel 8:104, eerste lid, onder a, van de Awb kan een belanghebbende hoger beroep instellen tegen een uitspraak van de rechtbank.
Het is vaste rechtspraak dat, om als belanghebbende te kunnen worden aangemerkt, sprake dient te zijn van een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang dat de betrokkene in voldoende mate onderscheidt van anderen. Dat belang moet rechtsreeks bij het desbetreffende besluit zijn betrokken. Bij een uitsluitend van een andere betrokkene afgeleid belang is niet aan deze eis voldaan.
Uit de aangevallen uitspraak blijkt niet dat appellant op enigerlei wijze partij dan wel belanghebbende is (geweest) in dit geschil. Appellant heeft in zijn hogerberoepschrift evenmin duidelijk gemaakt of hij in eerste instantie een besluit heeft ontvangen waar hij, alvorens het indienen van zijn hogerberoepschrift, bezwaar tegen heeft gemaakt (zie
artikel7:1, eerste lid, van de Awb).
Bij brief van 29 november 2023 is de gemachtigde van appellant in de gelegenheid gesteld om toe te lichten waarom appellant belanghebbende is en hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank kan instellen.
Bij brief van 26 december 2023 heeft de gemachtigde van appellant laten weten dat appellant wel degelijk belanghebbende is, aangezien Legal Advice Wanted in deze zaak namens een groep studenten beroep heeft aangetekend, en appellant deel uitmaakt van deze groep studenten.
Deze stelling volgt de Raad niet. Uit de aangevallen uitspraak blijkt namelijk niet dat appellant één van de studenten is die Legal Advice Wanted heeft gemachtigd om op te treden in deze zaak: appellants naam wordt niet genoemd tussen de namen van de (andere) eisers, en de rechtbank is in haar beslissing ook niet ingegaan op het individuele beroep van appellant. Belanghebbende heeft in deze zaak geen objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang en is daarom geen belanghebbende. Als appellant eenzelfde soort besluit heeft ontvangen als de eisers in deze zaak, dient hij tegen dit besluit zelfstandig rechtsmiddelen aan te wenden.
Nu appellant in deze zaak geen belanghebbende is, kan hij geen hoger beroep instellen. Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 juni 2024.
(getekend) C.E.M. Marsé
(getekend) A. Giesen
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.