Uitspraak
24 november 2023, 23/4319
Centrale Raad van Beroep
Op 11 juni 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/3284 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellant, vertegenwoordigd door mr. I. Car, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 24 november 2023, maar heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht van € 136,- tijdig te voldoen. De gemachtigde van appellant is meerdere keren gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, met duidelijke deadlines. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet op tijd bijgeschreven op de aangegeven bankrekening. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.