Uitspraak
23 januari 2024, 23/2410
Centrale Raad van Beroep
Op 4 juni 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 24/394 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte. Appellant had de mogelijkheid om dit verzuim te herstellen, maar heeft de gestelde termijnen ongebruikt laten verstrijken. In de uitspraak wordt verwezen naar artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht, waarin is bepaald dat een beroepschrift de gronden van het beroep moet bevatten. Deze bepaling is ook van toepassing op hoger beroep. Ondanks herhaalde verzoeken om de beroepsgronden in te dienen, heeft appellant geen actie ondernomen. De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zonder verder onderzoek te doen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door M. Wolfrat, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.