ECLI:NL:CRVB:2023:663
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de vrijwillige verzekering ingevolge de AOW en ANW na tien jaar
In deze uitspraak oordeelt de Centrale Raad van Beroep dat de Sociale verzekeringsbank (Svb) terecht de vrijwillige verzekering van appellant voor de AOW en ANW heeft beëindigd per 17 maart 2014. De vrijwillige verzekering eindigt van rechtswege na een periode van tien jaar, en appellant valt niet onder de wettelijke uitzonderingen die hem langer dan tien jaar zouden toelaten tot de vrijwillige verzekering. Appellant, geboren in 1957, heeft in Nederland gewoond en gewerkt, maar is op 46-jarige leeftijd met een WAO-uitkering naar Marokko verhuisd. Hij was vanaf 17 maart 2004 vrijwillig verzekerd voor de AOW en ANW, maar deze verzekering eindigde op 17 maart 2014, omdat de maximale periode van tien jaar was verstreken. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellant tegen de beëindiging van de verzekering ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigt deze uitspraak. Appellant had aangevoerd dat de verzekering pas bij zijn pensioengerechtigde leeftijd beëindigd zou moeten worden, maar de Raad oordeelt dat de beëindiging terecht is. De Raad heeft de argumenten van appellant in hoger beroep beoordeeld en komt tot de conclusie dat het hoger beroep niet slaagt. De Svb heeft appellant bij de toekenning van de vrijwillige verzekering geïnformeerd over de einddatum, en de Raad bevestigt dat de beëindiging van de verzekering met ingang van 17 maart 2014 in stand blijft. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.