ECLI:NL:CRVB:2023:464
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.E.M. Marsé
- F.J.T. Beenakker
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening van het beroepschrift
Op 14 maart 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/3642 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet tijdig is ingediend. De appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 oktober 2022. Volgens de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken, welke termijn ingaat op de dag na de bekendmaking van de uitspraak aan de partijen. In dit geval is het beroepschrift op 23 november 2022 digitaal ingediend, terwijl de termijn op 10 oktober 2022 begon. Dit betekent dat het beroepschrift te laat is ingediend.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat indien een beroepschrift na afloop van de termijn wordt ingediend, de niet-ontvankelijkheid kan worden achterwege gelaten als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Appellante heeft in een brief aangegeven dat haar broer haar belangen behartigt en een denkfout heeft gemaakt bij het bepalen van de uiterste datum voor het indienen van het hoger beroep. De Raad oordeelt echter dat deze omstandigheden geen grond vormen om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Het handelen van een gemachtigde komt voor rekening en risico van de appellante.
De uitspraak is gedaan door C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van griffier F.J.T. Beenakker, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.