ECLI:NL:CRVB:2023:411
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Buiten behandeling stellen aanvraag om bijstand wegens niet overleggen van gevraagde bankafschriften
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft een aanvraag om bijstand die door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven buiten behandeling is gesteld. De aanvraag dateert van 12 augustus 2019, maar de appellante heeft de gevraagde bankafschriften niet overgelegd, ondanks herhaalde verzoeken van het college. Het college handhaafde zijn besluit na bezwaar, en de rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat de gevraagde bankgegevens essentieel zijn voor de beoordeling van de aanvraag om bijstand. De appellante had de verplichting om de benodigde gegevens te verstrekken, en de Raad stelt vast dat de appellante niet tijdig heeft voldaan aan deze verplichting. De Raad wijst erop dat recente bankgegevens cruciaal zijn voor het vaststellen van de financiële situatie van de aanvrager, en dat de appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet over de gevraagde gegevens kon beschikken.
De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.