ECLI:NL:CRVB:2023:2469

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
15 december 2023
Publicatiedatum
27 december 2023
Zaaknummer
22/56 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep tegen verzet-uitspraak rechtbank

Op 15 december 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/56 AOW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep van appellant tegen een verzet-uitspraak van de rechtbank Roermond, die op 12 augustus 2021 is gedaan in de zaak 21/114. De rechtbank had in de aangevallen uitspraak beslist op het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak, waarbij het verzet was behandeld onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat, volgens artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder c, van de Awb, tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Awb geen hoger beroep kan worden ingesteld. Hierdoor is de Raad kennelijk onbevoegd om het hoger beroep van appellant te behandelen. De Raad heeft zonder verder onderzoek beslist en bepaald dat het door appellant betaalde griffierecht van € 136,- door de griffier aan appellant wordt terugbetaald. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, met A. Giesen als griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 15 december 2023
22/56 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 12 augustus 2021, 21/114 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (SVB)

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.

OVERWEGINGEN

Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank beslist op het verzet van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De aangevallen uitspraak is een uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Awb.
In artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder c, van de Awb is bepaald dat tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Awb geen hoger beroep kan worden ingesteld.
De Raad is dan ook kennelijk onbevoegd om van het door appellant ingestelde hoger beroep kennis te nemen, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
De Raad ziet aanleiding te bepalen dat het in hoger beroep betaalde griffierecht door de griffier aan appellant wordt terugbetaald.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- verklaart zich onbevoegd;
- bepaalt dat het betaalde griffierecht van € 136,- door de griffier van de Centrale Raad van Beroep aan appellant wordt terugbetaald.
Deze uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 december 2023.
(getekend) M.A.H. van Dalen-van Bekkum
(getekend) A. Giesen
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.