ECLI:NL:CRVB:2023:2469
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Centrale Raad van Beroep in hoger beroep tegen verzet-uitspraak rechtbank
Op 15 december 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/56 AOW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep van appellant tegen een verzet-uitspraak van de rechtbank Roermond, die op 12 augustus 2021 is gedaan in de zaak 21/114. De rechtbank had in de aangevallen uitspraak beslist op het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak, waarbij het verzet was behandeld onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat, volgens artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder c, van de Awb, tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Awb geen hoger beroep kan worden ingesteld. Hierdoor is de Raad kennelijk onbevoegd om het hoger beroep van appellant te behandelen. De Raad heeft zonder verder onderzoek beslist en bepaald dat het door appellant betaalde griffierecht van € 136,- door de griffier aan appellant wordt terugbetaald. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, met A. Giesen als griffier.