ECLI:NL:CRVB:2023:246
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarbij zij in het ongelijk is gesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft op 3 februari 2023 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en deze termijn gaat in op de dag na de bekendmaking van de uitspraak. In dit geval is de uitspraak op 15 februari 2022 aan appellante toegezonden, maar deze brief werd als onbestelbaar geretourneerd. De rechtbank heeft vervolgens op 11 mei 2022 een nieuwe kopie van de uitspraak verzonden. Het beroepschrift van appellante is pas op 23 augustus 2022 ontvangen, wat betekent dat het niet tijdig is ingediend. Appellante heeft geen bewijsstukken overgelegd die aantonen dat zij eerder hoger beroep instellen niet mogelijk was. De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest, en heeft het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden bestreden binnen zes weken na verzending van het afschrift.