ECLI:NL:CRVB:2023:2301
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 5 december 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/1241 PW. Het hoger beroep van appellant is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellant had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 14 april 2023, maar heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht van € 136,- tijdig te voldoen.
De Raad heeft in zijn overwegingen aangegeven dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een griffierecht wordt geheven van de indiener van het beroepschrift. Appellant is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen, zowel in een brief van 27 april 2023 als in een aangetekende brief van 28 mei 2023. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn bijgeschreven op de aangegeven bankrekening.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest. Gezien de omstandigheden heeft de Raad besloten het hoger beroep zonder verder onderzoek niet-ontvankelijk te verklaren. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.