ECLI:NL:CRVB:2023:1848
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om veroordeling in de proceskosten na intrekking hoger beroep inzake bijzondere bijstand voor medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 29 juli 2020. Appellant, vertegenwoordigd door mr. N. Talhaoui, had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijzondere bijstand voor het laten uitvoeren van een medisch onderzoek. Tijdens de procedure heeft appellant zijn hoger beroep ingetrokken en verzocht om veroordeling van het college van burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel in de proceskosten.
De Raad heeft overwogen dat op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. In dit geval heeft het college echter niet aan appellant tegemoetgekomen, aangezien de procedure betrekking had op de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand en het college geen bijzondere bijstand heeft verstrekt. De Raad heeft vastgesteld dat het college niet akkoord ging met de veroordeling in de proceskosten, omdat zij van mening was dat de procedure niet nodig was geweest.
De Raad concludeert dat er geen aanleiding is om het college te veroordelen in de proceskosten, omdat de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand niet is herzien en het college geen bijzondere bijstand heeft verstrekt. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af.