ECLI:NL:CRVB:2023:1307

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
11 juli 2023
Zaaknummer
22 / 1878
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken aangevallen uitspraak

Op 11 juli 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep dat niet-ontvankelijk is verklaard. Appellante had bij de Raad gelijktijdig een hogerberoepschrift en een verzetschrift ingediend, maar heeft nagelaten de aangevallen uitspraak over te leggen. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een beroepschrift ondertekend te zijn en een omschrijving van het besluit te bevatten waartegen het beroep is gericht. Dit geldt ook voor hoger beroep, zoals bepaald in artikel 6:24 van de Awb.

De Raad heeft appellante meerdere keren de gelegenheid gegeven om het verzuim te herstellen, maar zij heeft geen enkele keer gereageerd op de verzoeken om de aangevallen uitspraak in te zenden. De laatste kans werd geboden bij aangetekende brief van 7 december 2022, waarbij appellante wederom werd gewezen op de gevolgen van haar verzuim. Aangezien de Raad niet kon vaststellen om welke aangevallen uitspraak het ging en er geen redenen zijn gebleken voor het verzuim, werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak is gedaan door C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van D. van der Boom als griffier. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 11 juli 2023
22/1878
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)

PROCESVERLOOP

Appellante heeft bij de Raad gelijktijdig een hogerberoepschrift en een verzetschrift ingediend.

OVERWEGINGEN

Artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat het beroepschrift wordt ondertekend en ten minste een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevat. In het tweede lid is bepaald dat bij het beroepschrift zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft, wordt overgelegd. Ingevolge artikel 6:24 van de Awb zijn deze bepalingen van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Bij het ingediende beroepschrift en verzetschrift is geen aangevallen uitspraak overlegd. Evenmin is eruit af te leiden wie het verwerende bestuursorgaan zou moeten zijn of op welke wetgeving het geschil betrekking heeft.
Bij brief van 15 juni 2022 is appellante in de gelegenheid gesteld dit verzuim binnen vier weken te herstellen.
Appellante heeft deze termijn ongebruikt voorbij laten gaan.
Bij brief van 22 juli 2022 is appellante nogmaals in de gelegenheid gesteld de aangevallen uitspraak in te zenden. Daarbij is een termijn van twee weken gesteld.
Appellante heeft ook deze termijn ongebruikt voorbij laten gaan.
Bij brief van 15 augustus 2022 is appellante herinnerd aan de twee voorgaande brieven en wederom een termijn van twee weken gegund.
Ook deze termijn heeft appellante ongebruikt voorbij laten gaan.
Bij aangetekende brief van 7 december 2022 is appellante nogmaals de gelegenheid geboden de aangevallen uitspraak in te zenden. Daarbij is een termijn van vier weken gesteld en is zij erop gewezen dat zij er rekening mee moet houden dat de zaak niet inhoudelijk zal worden behandeld.
De Raad heeft niet van appellante mogen vernemen.
De Raad heeft hierdoor niet kunnen vaststellen om welke aangevallen uitspraak het gaat. Niet is gebleken van redenen die een verontschuldiging vormen voor het verzuim van appellante.
Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door C.E.M. Marsé, in tegenwoordigheid van D. van der Boom als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 11 juli 2023.
(getekend) C.E.M. Marsé
(getekend) D. van der Boom
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.