ECLI:NL:CRVB:2023:1301
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 11 juli 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/3991 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellante, vertegenwoordigd door mr. I. Car, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 1 oktober 2021. In deze eerdere uitspraak was appellante gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 134,- tijdig te betalen. Ondanks herhaalde aanmaningen, waaronder een aangetekende brief, is het griffierecht niet op tijd voldaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest. Hierdoor kon het hoger beroep niet inhoudelijk worden behandeld. De uitspraak is gedaan door rechter C.E.M. Marsé, in aanwezigheid van griffier D. van der Boom, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.