ECLI:NL:CRVB:2023:1295
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 11 juli 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/3603 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellant, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 28 oktober 2022. In de procedure is de appellant herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 136,- tijdig te betalen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door rechter C.E.M. Marsé, in aanwezigheid van griffier D. van der Boom, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.