ECLI:NL:CRVB:2023:1242
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juni 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 22/3303 AOW. Het hoger beroep was ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. G.J. de Kaste, tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 9 september 2022. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. De gemachtigde van de appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft nagelaten dit tijdig te voldoen. Hierdoor kon de Centrale Raad niet anders concluderen dan dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De Raad heeft besloten om zonder verder onderzoek de niet-ontvankelijkheid vast te stellen en heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.