ECLI:NL:CRVB:2023:118
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bezwaartermijn en recht op ouderdomspensioen AOW
Op 19 januari 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 april 2022. De zaak betreft een appellant die op 16 juli 2020 een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) heeft aangevraagd bij de Sociale verzekeringsbank (Svb). De Svb heeft in een besluit van 30 oktober 2020 meegedeeld dat appellant geen recht heeft op AOW, omdat hij niet in Nederland verzekerd is geweest. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Het bezwaar is op 7 mei 2021 ontvangen, terwijl de bezwaartermijn op 8 april 2021 eindigde.
De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelt dat appellant niet tijdig bezwaar heeft gemaakt en dat er geen verschoonbare overschrijding van de termijn is aangetoond. Appellant heeft in hoger beroep opnieuw zijn standpunt herhaald dat hij recht heeft op AOW, maar de Raad kan zich vinden in de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat de vraag of appellant recht heeft op een ouderdomspensioen niet aan de orde kan komen in dit geding. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.