ECLI:NL:CRVB:2022:731
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. M. El Idrissi, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam. Op 22 maart 2021 heeft het college een gewijzigd besluit genomen, waarop appellante op 14 september 2021 het hoger beroep heeft ingetrokken. Dit gebeurde omdat het college tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. In de intrekking van het hoger beroep verzocht appellante de Raad om het college te veroordelen in de proceskosten die zij heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten wanneer het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. De Raad heeft vastgesteld dat het college inderdaad aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen en heeft besloten het college te veroordelen in de proceskosten. De kosten zijn begroot op € 759,- voor zowel het beroep als het hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 1.518,-.
De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 22 maart 2022. Appellante kan zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het college wenden.