ECLI:NL:CRVB:2022:725
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van AIO-aanvulling wegens schending inlichtingen- en medewerkingsverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van de AIO-aanvulling van appellanten door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellanten ontvingen sinds 1 juli 2004 bijstand op grond van de Participatiewet, maar de Svb heeft vastgesteld dat zij hun inlichtingen- en medewerkingsverplichting hebben geschonden door geen melding te maken van een geregistreerde woning in Turkije. De Svb heeft een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de AIO-aanvulling, waarbij appellanten zijn geselecteerd voor het project SQ30. Dit project richtte zich op AIO-gerechtigden die langdurig in het buitenland verbleven. De Svb heeft op basis van bevindingen uit dit onderzoek de AIO-aanvulling van appellanten ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd. Appellanten hebben in hoger beroep aangevoerd dat de Svb ongelijk heeft gehandeld en dat zij niet zijn geselecteerd voor het project SQ30. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellanten wel degelijk aan de selectiecriteria voldeden en dat de beroepsgronden van appellanten niet slagen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond heeft verklaard.