ECLI:NL:CRVB:2022:549
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Europese gehandicaptenparkeerkaart en bewonersparkeervergunning
In deze zaak heeft appellant op 26 januari 2018 een aanvraag ingediend voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart (GPK) type bestuurder en voor een bewonersparkeervergunning voor gehandicapten. De aanvraag is op 1 oktober 2018 door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag afgewezen, omdat appellant niet voldeed aan de criteria voor de GPK, zoals vastgesteld door de adviserend geneeskundige van GGD Haaglanden. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft deze bezwaren op 25 februari 2019 ongegrond verklaard. De rechtbank Den Haag heeft in de aangevallen uitspraak van 3 maart 2020 het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij de rechtbank de medische adviezen van de GGD als zorgvuldig en juist heeft beoordeeld.
Appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe gronden aangevoerd en heeft zich beperkt tot het herhalen van eerder aangevoerde argumenten. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, waarbij is vastgesteld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 9 maart 2022 door L.M. Tobé, in tegenwoordigheid van D. Al-Zubaidi als griffier.