ECLI:NL:CRVB:2022:515
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing aanvraag verhuiskostenvergoeding op basis van medische geschiktheid woning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant, die knieklachten heeft, verzocht het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam om een vergoeding voor verhuiskosten op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, omdat hij wilde verhuizen naar een gelijkvloerse woning. Het college heeft de aanvraag afgewezen, gebaseerd op een medisch advies van het Indicatie adviesbureau Amsterdam (IAB) dat stelde dat de woning van appellant ongeschikt was vanwege de trap, maar dat dit ook al het geval was toen appellant de woning betrok.
De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging. Hij voerde aan dat de woning niet ongeschikt was toen hij deze betrok en dat zijn knieklachten niet te voorzien waren. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het college mocht afgaan op het medisch advies van het IAB. De Raad vond geen aanknopingspunten voor twijfel aan de zorgvuldigheid of de juistheid van het advies. De medisch adviseur van het IAB had appellant gezien en een functioneel onderzoek verricht, en had alle relevante informatie in zijn beoordeling betrokken. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.