Uitspraak
21.2348 AOW
OVERWEGINGEN
,heeft op in 2019 via de CNSS aan de Svb verzocht om aan hem een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) toe te kennen
.Op het aanvraagformulier heeft appellant aangegeven dat hij van 1987 tot en met 1990 in [plaatsnaam 1] en [plaatsnaam 2] heeft gewoond en dat hij van 1986 tot 1990 in een vleesverwerkende fabriek in [bedrijf X] heeft gewerkt. Ter onderbouwing van die stelling heeft appellant een bankafschrift met een salarisbetaling van [bedrijf X] B.V., gevestigd [adres 1] te [plaatsnaam 1] , over de maand april 1989 overgelegd en bewijzen van inschrijving bij een ziekenfonds.
.Evenmin is appellant bekend in het zogenaamde Schakelregister. Het pensioenfonds heeft medegedeeld dat appellant niet bij hen bekend is.
.Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit onder bijvoeging van een factuur van reisbureau [naam reisbureau] en wederom het bankafschrift met een salarisbetaling van [bedrijf X] B.V. over de maand april 1989 en bewijzen van het ziekenfonds.