ECLI:NL:CRVB:2022:486
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in hoger beroep tegen college van burgemeester en wethouders van Tilburg
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. J.L.A.M. van Os, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Het college had eerder een besluit genomen waarbij het bezwaar van appellante tegen de terugvordering van teveel ontvangen bijstand ongegrond was verklaard. Op 10 september 2021 heeft het college meegedeeld dat de vordering op appellante volledig was afgelost en het loonbeslag was beëindigd. Vervolgens heeft mr. Van Os op 15 september 2021 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het verzoek om proceskostenvergoeding moet worden afgewezen. De Raad overweegt dat, volgens artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten als het geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt aan de indiener van het beroepschrift. Aangezien het college geen tegemoetkomend besluit heeft genomen, is er geen grond voor een proceskostenveroordeling. De Raad heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen.
De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 22 februari 2022.