ECLI:NL:CRVB:2022:2713
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.C.E. Marechal
- E.P.J.M. Claerhoudt
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens onduidelijke woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft appellant op 28 juni 2019 een aanvraag om bijstand ingediend, waarbij hij aangaf alleenwonend te zijn op een bepaald adres. Naar aanleiding van deze aanvraag hebben handhavingsmedewerkers van de gemeente Amsterdam onderzoek verricht, waaronder een huisbezoek op 22 juli 2019. Tijdens dit huisbezoek zijn er verschillende bevindingen gedaan die erop wijzen dat appellant niet alleenwonend was. Er werd een grote hoeveelheid damesspullen aangetroffen, evenals poststukken op naam van de ex-partner van appellant. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft op basis van deze bevindingen de aanvraag om bijstand afgewezen, omdat appellant niet de juiste en volledige informatie over zijn woonsituatie had verschaft, wat een schending van de inlichtingenverplichting inhoudt.
De rechtbank Amsterdam heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant zijn gronden tegen deze uitspraak naar voren gebracht, maar de Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het college terecht heeft vastgesteld dat appellant niet aan zijn inlichtingenverplichting heeft voldaan. De Raad heeft geconcludeerd dat de bevindingen van het huisbezoek voldoende feitelijke grondslag bieden voor de conclusie dat appellant niet alleenwonend was. De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen. De uitspraak is gedaan door E.C.E. Marechal, met E.P.J.M. Claerhoudt als griffier, en is openbaar uitgesproken op 13 december 2022.