ECLI:NL:CRVB:2022:2636
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en indienen beroepschrift
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 december 2022 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van 28 dagen na de verzending van de brief van 7 april 2022 is betaald. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht te voldoen, maar heeft dit nagelaten. Daarnaast is het beroepschrift niet tijdig ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en het beroepschrift van appellante is pas op 5 april 2022 ter griffie ontvangen, terwijl de aangevallen uitspraak op 15 november 2021 aan partijen was bekendgemaakt. Appellante heeft weliswaar aangegeven dat zij de uitspraak te laat heeft ontvangen, maar heeft geen bewijs geleverd dat dit het geval was. De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Gezien deze omstandigheden heeft de Centrale Raad van Beroep besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder verder onderzoek te doen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.