ECLI:NL:CRVB:2022:2507
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- L.M. Tobé
- A. BeukerTilstra
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de minister van Economische Zaken en Klimaat om servicekosten in rekening te brengen aan ambtenaar in dienstwoning tijdens uitzending
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van het in rekening brengen van servicekosten aan een ambtenaar die gedurende zijn uitzending naar New York in een dienstwoning was gehuisvest. De appellant, die in dienst was bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, had bezwaar gemaakt tegen de servicekosten die hem in rekening waren gebracht op basis van de Regeling dienstwoningen BZ. De Raad oordeelde dat de minister van Economische Zaken en Klimaat bevoegd was om rechtspositionele besluiten te nemen en dat de minister van Buitenlandse Zaken in dit geval bevoegd was om namens de minister van EZK besluiten te nemen en op bezwaarschriften te beslissen. De Raad concludeerde dat het appellant redelijkerwijs duidelijk had moeten zijn dat hij als bewoner van een dienstwoning gehouden was servicekosten te betalen, en dat deze verplichting voortvloeide uit de regelgeving waar hij bij zijn aanstellingsbesluit op was gewezen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank, die de bezwaren van de appellant ongegrond had verklaard en het bestreden besluit had bekrachtigd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van ambtenaren met betrekking tot de kosten van dienstwoningen en de bevoegdheden van de betrokken ministers.