ECLI:NL:CRVB:2022:2473
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening van het beroepschrift
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 juli 2022. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken, welke termijn ingaat op de dag na de bekendmaking van de uitspraak aan de partijen. De aangevallen uitspraak is op 5 juli 2022 aan de partijen toegezonden, en het beroepschrift is pas op 22 september 2022 ontvangen. Dit betekent dat het beroepschrift buiten de termijn is ingediend.
Appellante heeft in haar verweer aangevoerd dat zij gedurende de termijn voor het indienen van het beroepschrift in Ethiopië was om voor haar zieke tante te zorgen. Echter, de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat deze omstandigheden geen reden vormen om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Het risico van een te late indiening ligt volledig bij de partij die het hoger beroep instelt. Appellante had de mogelijkheid om een derde in te schakelen om haar belangen te behartigen en haar post bij te houden. De Raad concludeert dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van M.C.G. van Dijk als griffier, en is openbaar uitgesproken op 22 november 2022. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen.