ECLI:NL:CRVB:2022:2382
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 8 november 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/162 PW. Het hoger beroep van appellante, vertegenwoordigd door mr. S. Benali, is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De zaak betreft een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 8 december 2021, waarin de appellante een beroep deed op betalingsonmacht en verzocht om vrijstelling van het griffierecht van € 136,-. De griffie heeft appellante herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks de verzoeken om informatie en de mogelijkheid om een verklaring in te dienen, heeft de gemachtigde van appellante niet tijdig voldaan aan de verzoeken van de griffie. Hierdoor kon niet worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim was. De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zonder verder onderzoek te doen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.