ECLI:NL:CRVB:2022:2381
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van gronden en niet tijdig betalen griffierecht
Op 8 november 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/1776 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte en het griffierecht niet tijdig was betaald. De appellante, vertegenwoordigd door mr. J.H.F. de Jong, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 11 april 2022. De Raad heeft de gemachtigde van appellante herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 136,- te betalen en om de gronden van het beroep in te dienen. Ondanks deze waarschuwingen heeft de gemachtigde geen actie ondernomen om het verzuim te herstellen. De Raad concludeert dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk behandeld zal worden. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift.