ECLI:NL:CRVB:2022:2379
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 8 november 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/625 BBZ. Het hoger beroep van appellant is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellant was eerder op de hoogte gesteld van de verschuldigdheid van het griffierecht van € 136,- en had de verplichting om dit bedrag uiterlijk 28 dagen na de verzending van de eerste brief te betalen. Ondanks een tweede herinnering per aangetekende brief, heeft appellant nagelaten het griffierecht tijdig te voldoen. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellant niet in verzuim was geweest. Hierdoor kon het hoger beroep niet inhoudelijk worden behandeld. De uitspraak is gedaan door rechter E.C.R. Schut, in aanwezigheid van griffier J.E. Eikelenboom, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.