ECLI:NL:CRVB:2022:2362
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering op basis van verzekeringseisen ANW
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag om een nabestaandenuitkering door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellante, geboren in 1961 en woonachtig in Marokko, had een nabestaandenuitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot in 2020. De Svb had de aanvraag afgewezen op grond dat de echtgenoot op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de Algemene nabestaandenwet (ANW). De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad oordeelde dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet voldeed aan de voorwaarden voor verzekering onder de ANW, aangezien hij niet in Nederland woonde of werkte en ook niet vrijwillig verzekerd was. De Raad bevestigde dat het feit dat de echtgenoot een ouderdomspensioen ontving, niet betekende dat hij verzekerd was voor de ANW. Bovendien bleek uit gegevens van het Caisse Nationale de Sécurité Sociale dat de echtgenoot niet verzekerd was volgens de Marokkaanse wetgeving, wat ook een reden was voor de afwijzing van de aanvraag.
De Centrale Raad van Beroep concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door M. Wolfrat, in aanwezigheid van griffier S.N. de Groot, en werd openbaar uitgesproken op 13 oktober 2022.