ECLI:NL:CRVB:2022:2119
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 oktober 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 22/1924 PW. Het hoger beroep was ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. M. El Idrissi, advocaat. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellant was eerder door de gemachtigde gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 136,- tijdig te voldoen. Ondanks herhaalde aanmaningen, waaronder een aangetekende brief, is het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken betaald. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De Raad heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd openbaar gedaan en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift verzet aan te tekenen.